De musici van Concerto d’Amsterdam onder leiding van dirigent Hoite Pruiksma in de orkestbak links van de vijver, met verlichte blauw-groene achterwand, zitten gereed. Voor ons ligt een enorme vijver, wel driehonderd meter lang, met een echt eiland in het midden, waarop een paar grote, oude bomen staan. Voorin, bij het publiek, een kunsteilandje van steen. Ernaast in het water een enorme dode boom. Aan het eind van de vijver achterin Paleis Soestdijk. Helwit verlicht. Het publiek roezemoest wat. Regencapejes worden omgedaan. Zwarte wolken jagen met grote snelheid door de lucht, de bomen van de paleistuin rondom ons ruisen.
In de verte voor het paleis spelen een paar kinderen. Een paar minuten later zie ik een bootje naderbij komen met de meisjes erin. Ze stappen uit het bootje, klimmen op het (kunst)eilandje voor het publiek, stappen weer in het bootje en varen weg. De vier prinsesjes.
De muziek zet in. De eerste klanken van de opera Orpheus en Euridice klinken over het water. Orpheus – de countertenor Gary Boyce – komt op; een grote uil (oehoe) scheert over het water (“Is ie echt? Ja!”) en zet zich aan de voeten van Orpheus, die net met hartverscheurend mooie stem zijn eerste aria – waarin hij Euridice vertwijfelt aanroept – heeft ingezet. Hij dreigt zijn geliefde voorgoed aan de onderwereld kwijt te raken, verteerd door verlangen!
Mijn adem stokt: in de verte komt een boot aangevaren met meer dan twintig zangers, nimfen verkleed als zwanen, met wit-zwarte, hoekige kappen op het hoofd, met strak bovenlijf van voren naar achteren wiegend, de klaagzang van Orpheus ondersteunend. Een dans van vijf zwanen volgt; gezeten aan de rand van het eilandje bespatten ze zichzelf met klapwiekende armbewegingen en zwemmen weg.
Ilse van de Kasteele in de rol van Amor – verkleed als koningin Juliana – fietst in een kaarsrechte lijn vanaf het paleis over de vijver naar Orpheus, die zich voorin bevindt. Met elke meter die ze aflegt, trekt ze een knalgeel neonspoor over het water achter zich.
Stefanie True als Euridice slaat wild met haar sjaal op het water, machteloos en boos. Ze loopt over het water weg en verdwijnt spoorloos in de zwarte diepte. Felle, roodverlichte fonteinen spuiten wild, extra aangejaagd door de wind; brandende vuurlijnen spreiden zich vlammend en dreigend uit over de vijver; onderwereldfiguren dansen met fakkels in het water.
Plots verschijnt een gloedvolle maan boven de helverlichte, groene bomen op het eiland. We kijken elkaar aan. Is dit echt of een decorstuk? Donkere wolken schuiven in een grillig patroon over de maan; net zoals de lichtarchitecten de bomen, het water en het paleis steeds weer omtoveren tot een sprookjesachtig geheel. Cultuur en natuur lopen naadloos in elkaar over. Of, zoals Jos Thie, regisseur en artistiek directeur van de Utrechtse Spelen zegt: “Je moet deemoedig zijn naar de natuur, niet willen proberen over de natuur heen te gaan, je moet er goed naar luisteren. Ik regisseer het toeval”.
Deze versie van de opera Orpheus en Euridice van Christoph Willibald von Gluck (1714-1787) aan, op, in en rond de vijver van Paleis Soestdijk is op en top Nederlands: van vormgeving tot belichting, van kostuums tot decors: fris, modern, eigenwijs, origineel, spectaculair en tegelijkertijd met humor relativerend. Het wordt hoogste tijd dat we naast het wereldbefaamde Dutch Design ook de Nederlandse Podiumkunsten als internationaal merk gaan lanceren. Jos van Thie heeft met lef, visie en doorzettingsvermogen een productie neergezet waarmee de Nederlandse podiumkunst zich internationaal op het hoogste niveau weet te plaatsen!
Orfeo ed Euridice wordt vanaf 25 mei 2012 opnieuw opgevoerd op en rond Paleis Soestdijk.
Wat had ik die ervaring graag gehad. Al sinds de eerste keer dat ik de aria ‘Que faro senza Euridice’ (Wat moet ik zonder Euridice, wanneer Orfeus zijn geliefde voor de tweede keer aan de dood verliest) hoorde in de Britse thrillerserie Widows staat deze opera op mijn verlanglijstje om te gaan zien en horen in het echt. Het liefst met de alt Marilyn Horne in de rol van Orfeo en de sopraan Pilar Lorengar als Euridice (DECCA, 1989) maar als ik de beschrijving lees van de versie op Soestdijk heb ik spijt dat ik niet mijn eerste impuls volgde om kaarten te bestellen op het moment dat ik erover las…
Beste Jos, Dank voor je reactie. Marilyn Horne heeft inderdaad ook een erg mooie stem – lage vrouwenstemmen en hoge mannenstemmen blijven spannend! En ik hoop voor jou (en vele anderen) dat de opera zomer 2012 nogmaals opgevoerd wordt. Hartelijke groet, Jannemarie
Ik had graag kaartjes gehad, of zoveel tijd dat ik alle opties voor slecht weer me had kunnen nemen. Wat een goede beschrijving van alle verschilende aspecten en zintuiglijke genietingen zitten in jouw verslag: Voor natuur – muziek – theater – circus – toneel – sensatie en avontuurliefhebbers: een unicum in de podiumkunsten zo te lezen!
Dank je wel! En ja, laat volgend jaar weer zo’n topper gemaakt worden!
Beste Miriam, Dank voor je reactie. Overigens, ik denk dat deze opera geen unicum op zichzelf is, maar past in een Nederlandse traditie van ultramoderne theatrale concepten (zie ook de Parade en het Oerolfestival). Wellicht kunnen we spreken van het merk “Dutch Theatre?”.